Rob Shuter: 'We willen een duurzame strategie'

Rob Shuter: 'We willen een duurzame strategie'
Duurzaamheid moet voelbaar en zichtbaar zijn in de hele organisatie, aldus Vodafone-ceo Rob Shuter. ‘We willen een duurzame strategie.’

Het nieuwe hoofdkantoor van Vodafone Nederland staat op het Amsterdamse Oosterdokseiland, een nieuw ontwikkeld stuk binnenstad op loopafstand van het Centraal Station. Hier bevinden zich de consumer en enterprise businessunits (marketing en sales) en een groot deel van de directie en stafafdelingen van het bedrijf.

In totaal werken hier in Amsterdam zo’n vierhonderd mensen op driehonderd flexwerkplekken. Vaste werkplekken zijn er niet. Ook niet voor Rob Shuter. En dus nemen we plaats in de red room, een vergaderruimte met rode muren, witte leren banken en uitzicht op een groene wand met Vodafonelogo. ‘Die wand is bedekt met zichzelf voedende mossoorten’, legt Shuter uit. Sinds begin 2012 is de Zuid-Afrikaan verantwoordelijk voor Vodafone Nederland. Hij was slechts twee dagen ceo toen een grote brand uitbrak in een van de netwerkcentrales van het bedrijf en dataverkeer in de Randstad voor veel klanten niet mogelijk was.

Was u voorbereid op een calamiteit als de brand in 2012?
‘Nee, daar was ik zeker niet op voorbereid. Ik werkte hier net twee dagen. Maar ik had een goed team mensen om me heen. De brand was een feit. Daar konden we op dat moment niets meer aan doen. Maar we hebben ons uiterste best gedaan om goed te communiceren rondom het probleem en de overlast zo snel en zo goed mogelijk te beperken. Dat is gelukt.’

U bleek hier – in tegenstelling tot uw werkomgeving in Zuid-Afrika – ook geen eigen kantoor te krijgen. Was u dáár op voorbereid?
‘Toen ik hier kwam werken kreeg ik een smartphone, een laptop en een ov-chipkaart. Dat was het. Ik kreeg geen eigen kamer, geen bureau, geen stoel. In mijn vorige baan als cfo bij Vodacom in Zuid-Afrika nam ik mijn kinderen in het weekend wel eens mee naar mijn kantoor om hen te laten zien waar ik werkte. ‘Is je nieuwe kantoor mooi?’, vroegen ze toen ik deze baan kreeg. ‘Ik heb geen kantoor meer’, zei ik. En het went snel. Het grote voordeel van deze opzet is dat je er heel anders door gaat werken. Veel van mijn werk vindt nu plaats tussen vergaderingen door of erna. Ik spreek collega’s in de gang, ik loop makkelijk even bij hen langs en omgekeerd, en mijn deur staat niet meer open omdat ik eenvoudigweg geen deur meer heb. Dat is echt anders dan ik gewend was, maar de voordelen zijn groot. Het maakt dat ik me meer verbonden voel met de business en de mensen die hier werken.’

Hoe is het voor u om te werken voor een bedrijf als Vodafone en met Nederlandse werknemers?
‘Wat ik leuk vind aan dit bedrijf, is dat het ondanks de grote omvang toch klein is gebleven. Er werken in Nederland 3.200 mensen bij Vodafone: negenhonderd in customer care, vijftienhonderd in winkels en zo’n achthonderd in commerciële functies. Ik houd van de openheid en directheid van de Nederlanders. Ze zijn zeer competent. Nederland is bovendien een welvarend en veilig land om te wonen. In Zuid-Afrika was ik altijd bezorgd over de veiligheid van mijn gezin als ik van huis was. Hier heb ik die zorg niet. Dat geeft rust. Maar ik zie ook verschillen. Laat ik het voorzichtig zeggen: de mensen in Zuid-Afrika hebben minder en klagen minder, de Nederlanders hebben veel en klagen meer. Dat valt me op. Bovendien zijn Nederlanders kritisch. Nederland is na een jaar alweer uit de top-5 van meeste concurrerende economieën in de wereld gevallen, schreven de kranten over de daling van Nederland in de lijst van het World Economic Forum. Ook verschillende politieke en bestuurlijke boegbeelden spraken hier op tv hun zorg over uit. Maar laten we wel zijn: het betrof een lijst van 144 landen. En Nederland zit in de top-10 daarvan. Dat is een fantastisch resultaat dat gevierd zou moeten worden.’

Vodafone staat bekend om haar aandacht voor duurzaamheid. Wat bete- kent duurzaamheid voor dit bedrijf?
‘We willen geen strategie voor duurzaamheid, we willen een duurzame strategie. Dat is een wezenlijk verschil. Het onderwerp duurzaamheid is geen separaat onderdeel binnen de onderneming, samengevat in een apart document of jaarverslag. Het is onderdeel van de hele business. Duurzaamheid moet geïntegreerd zijn. Dat wil zeggen dat we op ons netvlies hebben wat wij als organisatie zelf kunnen doen om duurzamer te opereren, maar ook wat duurzaamheid kan betekenen voor onze klanten en de maatschappij als geheel. Al onze kantoren proberen we zo duurzaam mogelijk in te richten. Zo hebben we flexibele werkplekken waardoor we minder vierkante meters kantooroppervlakte nodig hebben, kopen we groene stroom in, zijn er video conferencing ruimtes ingericht om met andere locaties over de hele wereld te overleggen en stimuleren we medewerkers om met het openbaar vervoer naar kantoor te komen. Het aantal leaseauto’s hebben we hierdoor kunnen terugbrengen, waardoor ons brandstofverbruik de afgelopen jaren flink is gedaald. Daarnaast, en dat is nog interessanter, lenen onze producten en diensten zich er goed voor om een bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de wereld. Vodafone heeft een onderzoek gedaan waaruit blijkt hoeveel het gebruik van mobiele telefoons de CO2-uitstoot kan verminderen. Dat is aanzienlijk. We hebben berekend dat mobiele telefonie alleen al in 2020 kan zorgen voor een wereldwijde reductie van de CO2-uitstoot van twintig procent. Mobiel verkeer maakt het mogelijk voor mensen om minder vaak te reizen, om machines en apparaten met elkaar te laten communiceren, om energieverbruik op afstand te monitoren, enzovoorts. Mobiele technologie kan kortom worden ingezet voor meer efficiency en minder CO2-uitstoot.’

Ziet Vodafone het ook als missie om dit model uit te dragen?
‘Ja. We realiseren ons dat we als specialist in connectivity en smartphones een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan een duurzamere wereld. Afgezien van de CO2-besparing kunnen we ook toegang tot communicatie regelen voor bijvoorbeeld mensen met een beperking, kunnen we belangrijke innovaties in de gezondheidszorg ondersteunen en bijvoorbeeld meehelpen om de veiligheid op straat te vergroten. Deze uitdagingen willen we graag aanpakken. De werkomgeving die wij hier zelf hebben gecreëerd, kan daarnaast als voorbeeld dienen voor andere organisaties. Dat is het mooie van onze producten en dienstverlening. Ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van andere organisaties.’

Vodafone heeft aangegeven om een CO2-reductie te realiseren van vijftig procent in 2020 ten opzichte van 2007. Hoe gaat u dat realiseren?
‘Dat is een stevige uitdaging voor ons. De directe milieu-impact van Vodafone wordt voornamelijk veroorzaakt door ons netwerk, transport en gebouwen. Energie-efficiëntie en CO2-reductie hebben daarom onze prioriteit. De uitdaging zit hem erin dat we onze netwerken nog steeds aan het uitbreiden zijn. Steeds meer klanten stappen over op smartphones, waardoor er meer gebruik wordt gemaakt van ons netwerk. Een belangrijke manier om CO2-reductie te realiseren is dan ook door onze apparatuur te moderniseren. Daar valt veel winst te behalen. Om een voorbeeld te geven: ons 2G-netwerk – het eerste digitale netwerk voor mobiele telefoons waar ook de eerste dataservices op konden worden aangeboden – bevond zich in grote containers. Toen wij overstapten van een 2G naar een sneller 3G-netwerk, werden er containers bijgeplaatst. De gezamenlijke capaciteit was nodig om 3G aan te kunnen bieden. 3G was kortom geen vervanging van 2G, maar werd eraan toegevoegd. Het supersnelle mobiele internet met 4G, dat we afgelopen zomer hebben gelanceerd, is ook geen vervanging van de 2G- en 3G-netwerken. Maar door de apparatuur van 2G en 3G te combineren met 4G hebben we aanzienlijk minder ruimte en energie nodig. In Zuid-Afrika hebben we hiermee een besparing kunnen genereren van maar liefst veertig procent. Hier in Nederland – waar veel van de koeling gratis plaatsvindt vanwege de koelere weers- omstandigheden – zijn de besparingen minder spectaculair, maar toch nog altijd twintig procent. Dat is aanzienlijk. Het samenvoegen van onze netwerkapparatuur is dus een belangrijk middel in de strijd voor CO2-reductie. Overigens gaan we onze uiteindelijke CO2-doelstelling halen door het gebruik van Nederlandse windenergie. Dat is voor een bedrijf als het onze dat in productie verdrievoudigt – met 2G, 3G en nu 4G – de enige manier.’

Vodafone is niet als eerste met 4G in Nederland op de markt gekomen. Was dat een bewuste keuze?
‘Wij hebben er bewust voor gekozen om 4G een half jaar later te introduceren dan we hadden kunnen doen, omdat wij onze netwerkapparatuur wilden combineren met de systemen die we al hadden. Door dat te doen konden wij die twintig procent energiereductie realiseren. De time to market was daardoor wat langer. Maar we nemen liever wat meer tijd zodat we duurzamer zijn, dan dat we de eerste zijn. In feite stellen we onszelf altijd twee vragen voordat we de time to market bepalen. Hebben we alles op orde om het product nu te lanceren? En: is dit de slimste manier om ons geld uit te geven?’

Hoe belangrijk is het om samen te werken met partners als het gaat om het bevorderen van duurzaamheid?
‘Ik geloof heel sterk in partnerships en co-makership. De wereld van vandaag is te complex om als onafhankelijke entiteiten te opereren. We zullen eenvoudig samen moeten werken om betere antwoorden te kunnen vinden op de steeds grotere vragen die zich aandienen. Vroeger waren consumenten vooral geïnteresseerd in hoe ze hun telefoonrekening zo laag mogelijk konden houden en wilden bedrijven vooral weten hoe ze meer geld konden verdienen. Nu hebben zowel consumenten als bedrijven een bredere blik op de samenleving en zijn beiden geïnteresseerd in het duurzamer maken van de omgeving. Dat betekent dat bedrijven veel meer de blik op de lange termijn gericht moeten houden en de handen ineen moeten slaan met andere partijen om oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. Geen bedrijf kan dat alleen. Zo werken wij bijvoorbeeld samen met The New Motion in de vorm van een machine to machine-partnership. Dit bedrijf bouwt tweehonderd elektrische laadpalen per week, zodat de elektrische auto echt kans van slagen krijgt in Nederland. Vodafone levert de simkaarten voor die laadpalen. Maar ook kunnen mobiele telefoons de verwarming, tv of verlichting aansturen. Dat kan echter alleen wanneer al die verschillende aanbieders met elkaar samenwerken.’

Als u de blik vooruit werpt, waar gaan de ontwikkelingen dan heen op het gebied van smartphones en connectivity?
‘Een groot thema in onze business is de rol die de smartphone kan innemen in de maatschappij. Die rol is de afgelopen jaren al exponentieel toegenomen. Vroeger had ik een telefoon, een rekenmachientje, een agenda, een navigatiesysteem, een mp3-speler, een tv, een cassetterecorder enzovoorts. Nu zitten al deze functionaliteiten en meer in één klein apparaatje: de smartphone. En die functionaliteiten nemen alleen maar toe, waardoor de populariteit van de smartphone groter en groter zal worden. Nederland is een land met een zeer hoge penetratiegraad van smartphones. Een van de hoogste ter wereld: 66 procent bij consumenten. Maar zelfs hier hebben we dus nog eenderde van de markt te gaan. Bovendien is de penetratiegraad van smartphones bij bedrijven minder: zo’n vijftig procent. Daarnaast is Internet of Things een ontwikkeling waar we niet omheen kunnen. Hierbij worden data aan elektronica gekoppeld en kan alles met alles draadloos communiceren. Dat gaat de wereld verder veranderen.’

Wat gaat er volgens u vaak mis bij bedrijven die proberen het duurzame denken in hun strategie ten uitvoer te brengen?
‘Het gaat mis wanneer men het onderwerp een afzonderlijke positie toekent. En het gaat mis wanneer het slechts een verhaal is dat wordt verteld in de organisatie. Het onderwerp moet niet alleen op de score card staan, maar het moet voelbaar en zichtbaar zijn in de hele organisatie. Hypocrisie is funest. Het is slecht wanneer een bedrijf het onderwerp niet op de kaart heeft staan. Maar het is nog slechter wanneer een bedrijf zegt het onderwerp belangrijk te vinden, en dit niet meer is dan een verhaal voor de bühne. Daar trappen medewerkers niet in. You’ve got to live and breathe it.’

Peter Smink is Head of Sustainable Energy Projects Vattenfall AB, en CFO en plaatsvervangend CEO N.V. Nuon Energy.

Het interview met Rob Shuter is gepubliceerd in de special 'Energie-ambities van corporate Nederland' in samenwerking met NUON - Management Scope 10 2013.

facebook