De Nederlandse topvrouw is crisisproof

De Nederlandse topvrouw is crisisproof
Het merendeel van de vrouwelijke bestuurders en commissarissen beschikt over de nu zo noodzakelijke crisiservaring, zo blijkt uit de Top-100 Corporate Vrouwen 2020. Boards kunnen hun voordeel doen met de door de wol geverfde vrouwen.

Hoe hoog is het crisisgehalte van de Top-100 Corporate Vrouwen? Hoog, zo blijkt uit de jongste editie van de lijst. Bijna de helft, namelijk 47 van de 100 vrouwen die momenteel aan de Nederlandse boardroomtafels zitten – soms zelfs aan het hoofd – zijn gepokt en gemazeld als het gaat om crisismanagement. Die ervaring deden ze op in 2008, het jaar dat de kredietcrisis uitbrak. Ook toen al bekleedden deze vrouwen een bestuurlijke positie: de meesten in het bedrijfsleven, een enkeling in de politiek of het openbaar bestuur. En dan tellen we de vrouwen die destijds als commissaris toezicht hielden op de reddingsplannen van bestuurders nog niet eens mee. Het merendeel van de vrouwen op de lijst kan de coronacrisis dus gelouterd tegemoet treden. 

Van dichtbij
Onder deze 47 vrouwen bevinden zich er 21, een vijfde van de Top-100 dus, die wel heel dicht bij het vuur zaten. Ze bevonden zich op bestuurs- of managementposities in de financiële sector, waar de crisis ontstond alvorens de reële economie te besmetten: de meesten bij banken en verzekeraars, twee van hen bij extern toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB), twee bij een pensioenfonds. Hun organisaties werden als eerste zwaar getroffen door de crisis, zowel in resultaat als qua reputatie en maatschappelijk vertrouwen. Zo was Petri Hofsté, lijstaanvoerder van de Top-100 Corporate Vrouwen 2020, in 2008 group controller en plaatsvervangend cfo van ABN AMRO.

Oud genoeg voor crisiservaring
Ook de gemiddelde leeftijd van de vrouwen op de lijst wijst op crisiservaring: 55,3 jaar, opnieuw iets opgekropen (in 2019: 55,1 jaar). 12 jaar geleden was de gemiddelde corporate vrouw op de lijst 43 jaar: oud genoeg om de financiële crisis als bestuurder en misschien zelfs ook als (jonge) commissaris aan den lijve te hebben ondervonden. Dat geldt zeker voor die ene zeventiger en de 26 vrouwen op de lijst die zich inmiddels zestiger mogen noemen, plus de 24 vrouwen van 55 jaar en ouder: samen de meerderheid. De lijst telt 16 veertigers. Voor een deel van hen is dit wellicht wél hun eerste crisis, toch geldt ook voor de ‘jonkies’ op de lijst opvallend vaak ‘been there, done that’. Een groot deel van de vrouwen in de Top-100 heeft dus inmiddels eelt op de ziel.

> Bekijk ook de uitgebreide analyse van de Top-100 Corporate Vrouwen 2020.

Stagnerende benoeming
In crisistijd zouden boards vaak teruggrijpen op het oude en vertrouwde en daarmee op mannelijk gedomineerd leiderschap. Vrouwen zouden tijdens crises minder vaak worden benoemd en sneller vertrekken, als gevolg van minder waardering voor feminiene leiderschapskwaliteiten (zie ook het essay ‘Genderdiversiteit, juíst nu’). Het stagnerende aantal benoemingen van vrouwen tijdens de vorige crisis lijkt dat te bevestigen: van 2008 tot en met 2011 bleef het aantal vrouwen in de (toen nog) Top-50 Commissarissen van Management Scope hardnekkig steken op vijf. Pas vanaf 2012, toen de economie aantrok, begon ook het aantal benoemingen van vrouwen weer te stijgen, geholpen door het wettelijk streefcijfer van minimaal 30 procent vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen. De Female Board Index, opgesteld door Mijntje Lückerath-Rovers (zelf commissaris, nr. 35 op de lijst) gaf hetzelfde beeld. De FBI van 2010, na zo’n twee jaar crisis, vormde het dieptepunt. Het aantal vrouwen bij beursgenoteerde ondernemingen steeg in dat jaar per saldo maar met twee: er kwamen acht vrouwen bij, maar er vertrokken er ook weer zes. Vrijwel alle 90 nieuwe benoemingen betroffen mannen.

Vermijd lege stoel
Hopelijk blijft tijdens de coronacrisis zo’n diversiteitsdip uit. Sterker nog: boards kunnen hun voordeel doen met de door de wol geverfde vrouwen met crisiservaring die de Top-100 bevolken, gecombineerd met de onbevangenheid en frisse benadering van de nieuwe generatie.
De op handen zijnde invoering van het vrouwenquotum kan het aandeel vrouwen in raden van commissarissen tijdens de crisis in elk geval op minimaal 30 procent helpen houden, op straffe van een ‘lege stoel’: tot het quotum is bereikt, mogen er immers geen mannen worden benoemd.

Bijna helft in de c-suite
Het is overigens de vraag of die vrouwen nog wel tijd hebben voor die commissariaten, nu ze door de crisis in ‘eigen huis’ hun handen vol hebben. De lijst telt 41 beroepscommissarissen, tegenover 59 vrouwen met een actieve hoofdfunctie. Daarvan zitten maar liefst 46 vrouwen in de c-suite: ze zijn ceo, cfo, coo, cro of een variant daarvan en zitten in de raad van bestuur of de executive committee. Ook onder de 13 nieuwe vrouwen op de lijst (één minder dan vorig jaar) bevindt zich maar één beroepscommissaris: Angelien Kemna (nr. 26), oud-cfro van pensioenuitvoerder APG en commissaris bij zuivelcoöperatie FrieslandCampina, NIBC Bank en verzekeraar AXA.
De rest van de nieuwkomers heeft, op één vrouw na, een c-suite-functie. Van alle 46 ‘chief officers’ op de lijst hebben er slechts 10 geen commissariaat naast hun bestuursfunctie, het overgrote deel (36 vrouwen, ofwel ruim drie kwart) heeft één of twee toezichtposities als ‘bijbaan’. Hun eigen commissarissen zullen daar in de huidige crisistijd misschien minder blij mee zijn, vanwege het toegenomen tijdsbeslag op zowel de bestuurs- als de toezichtstoel.

Buitenlandse vrouwen
En de buitenlandse vrouwen op de lijst? Dat zijn er dit jaar 12 (vorig jaar 11). Onder hen drie beroepscommissarissen, voor wie social distancing vaak meteen een paar duizend kilometer betekent. De andere buitenlandse vrouwen hebben een bestuursfunctie hier te lande, maar bekleden er meestal geen commissariaten in Nederland naast. Een opvallend verschil met de ‘inheemse’ vrouwelijke bestuurders. Hebben de buitenlandse dames toch een minder goed lokaal netwerk? In tijden van crisis kan een goedgevuld adresboekje in het land waar het hoofdkantoor gevestigd is, juist onmisbaar zijn.

Dit artikel is gepubliceerd in Management Scope 06 2020.

facebook