Zo meten wij maatschappelijke impact

Zo meten wij maatschappelijke impact
De Management Scope Corporate Impact Index (MSCII) bestaat drie jaar en krijgt steeds meer aandacht bij bestuurders en commissarissen. De index geeft een betrouwbaar beeld van de maatschappelijke impact van de 100 grootste bedrijven in Nederland. Eenvoudig is dat niet, want sturen op impact is een jonge discipline die volop in beweging is. Chef de mission Karen Maas doet een boekje open over de impactmeting.

Bedrijven geven, mede omdat niet-financiële prestaties lastig in kaart te brengen zijn, weinig strategische invulling aan het creëren van positieve maatschappelijke impact. Experts van het Impact Centre Erasmus van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Accenture Strategy en Management Scope namen drie jaar geleden de uitdaging aan om die impact inzichtelijk te maken. Het resultaat: de Management Scope Corporate Impact Index (MSCII), waarvan u in dit nummer van Management Scope alweer de derde editie vindt.
Steeds meer bedrijven zoeken naar manieren om de consequenties van hun niet-financiële prestaties – ofwel maatschappelijke impact – in kaart te brengen. Tot voor kort ontbrak een goede maatstaf. Bestaande graadmeters zijn vaak gericht op de verduurzaming van de bedrijfsvoering, maar laten niet zien welke positieve of negatieve impact de onderneming heeft op de maatschappij door bijvoorbeeld duurzame innovaties, het creëren van meer werkgelegenheid, goed bestuur en door open, eerlijk en transparant te zijn richting de buitenwereld. 

De focus van traditionele maatstaven ligt op ‘minder slecht doen’ en niet op ‘goed doen’. Nadat Management Scope een ranking tegenover ons voorstelde, stelden we bij het Impact Centre Erasmus en Accenture Strategy vast dat die focus een gemiste kans is, want alleen met de juiste informatie kunnen bestuurders hun kennis en macht actief aanwenden voor positieve maatschappelijke impact. De tijd was in 2016 rijp voor een instrument dat laat zien wat de maatschappelijke impact van de onderneming is. De Management Scope Corporate Impact Index (MSCII) toetst hoe bedrijven presteren op het gebied van goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en werkgeverschap. We doen dit op een wijze die ondernemingen de kans geeft de resultaten te begrijpen en te vergelijken. De basis vormt informatie uit bronnen als jaarverslagen en onafhankelijke benchmarks voor transparantie en duurzaamheid. Zo ontstaat een betrouwbaar beeld van de maatschappelijke impact van de 100 grootste bedrijven in Nederland. (Zie ook onze verantwoording onderaan de lijst).

Consequenties van de groei
De groeiende aandacht voor de index past dan ook in een tijd waarin een belangrijke verschuiving in het bedrijfsleven aan de gang is: van een kortetermijnfocus op winstoptimalisatie naar een langetermijnvisie op maatschappelijke waardecreatie. Bestuurders in Nederland, maar zeker ook daarbuiten, worden daarbij steeds vaker aangesproken op de maatschappelijke impact die de onderneming heeft op de wereld om hen heen – bedrijven kunnen immers door groei voor welvaart en werkgelegenheid zorgen. Maar die groei gaat soms gepaard met consequenties die we als maatschappij in toenemende mate onwenselijk vinden. Denk aan milieuvervuiling en sociale problemen door de flexibilisering van arbeid, maar ook aan het verzamelen van persoonlijke data van consumenten. Dat geeft extra scherpte aan de verantwoordelijkheid van bedrijven voor hun maatschappelijke impact en dwingt hen nog transparanter te zijn over de wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven. Vanaf het begin van de samenwerking was duidelijk dat de Impact Index de maatschappelijke impact van de onderneming op verschillende terreinen moest meten. In Nederland is duurzame waardecreatie van bedrijven weliswaar verankerd in de corporate governance code-Van Manen, maar daarin is niet vastgelegd hoé die waardecreatie nu tot stand komt. De impact die bedrijven kunnen hebben is heel divers, bijvoorbeeld op het gebied van goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid en werkgeverschap. Ook het opnemen van een financiële pijler als maatstaf van de financiële gezondheid van de onderneming was daarbij van belang. In deze pijler worden onder andere winst- en omzetgroei opgenomen, evenals een maatstaf voor de financiële stabiliteit. Die laatste toont in welke mate de onderneming kan voldoen aan de rentebetalingen op vreemd vermogen uit de winst. Deze pijler doet recht aan het spanningsveld dat veel bestuurders ervaren tussen winstgroei en het investeren in bijvoorbeeld duurzaamheid en maakt tastbaar hoe die elkaar kunnen versterken. Een groeiend aantal ondernemingen in de top-20 van de MSCII heeft duurzaamheid succesvol verankerd in het bedrijfsmodel en kan de investeringen verantwoorden. Verwacht voor dit artikel geen opsomming van alle metrics van de Index, maar een korte bloemlezing die onze werkwijze blootlegt.

Geen onderdeel van de strategie
Belangrijk doel van de MSCII is het in kaart brengen van de daadwerkelijke maatschappelijke prestaties van bedrijven, of het gebrek daaraan. Want hoewel veel bedrijven ook zeggen positieve maatschappelijke impact te willen leveren, maken maar weinig bedrijven het ook onderdeel van de strategie. Daar ligt nog een belangrijke uitdaging. We zien dat maatschappelijke impact genoemd wordt in een toenemend aantal zogeheten ceo-letters in het jaarverslag, maar nog lang niet altijd in de missie van de onderneming wordt opgenomen. Ook legt in veel ondernemingen de raad van bestuur (rvb) of raad van commissarissen (rvc) nog geen verantwoording af voor maatschappelijke impact en maken niet-financiële prestaties meestal geen deel uit van de beloningsstructuur bij de meeste bedrijven.

Beloningsstructuur
De rol van niet-financiële indicatoren in de beoordelings- en beloningsstructuur is een van de discussiepunten rond het meten van maatschappelijke impact, voor bestuurders én binnen het team van de MSCII. Enerzijds is er de visie dat maatschappelijke impact belangrijk moet zijn vanuit intrinsieke motivatie. Met andere woorden: een vette bonus zou niet nodig moeten zijn. Maar ook voor een andere afweging valt veel te zeggen: als bestuur en aandeelhouders maatschappelijke impact belangrijk vinden, dan ligt het voor de hand dit ook op te nemen in de beoordeling en het beloningsbeleid. Dat was voor ons een reden om in de MSCII een metric op te nemen die laat zien of en in welke mate maatschappelijke indicatoren worden meegenomen in het bepalen van de bonus.

Genoeg is genoeg
Maatschappelijke impact is geen exacte wetenschap. Inzichten in het effect van bedrijfsactiviteiten op mens, milieu en maatschappij veranderen regelmatig. De index wordt daarom ook steeds verder verfijnd, (rekening houdend met de vergelijkbaarheid tussen jaren, red.) op basis van onder andere voortschrijdend inzicht door maatschappelijke of technologische ontwikkelingen. Zo is dit jaar de weging van de winstgroei in de pijler financiële gezondheid aangepast, vanuit de gedachte: is het goed om te streven naar oneindige winstgroei of is genoeg ook echt genoeg? Moet de winst voor de aandeelhouders elk jaar hoger uitkomen of is het juist belangrijk om te kijken naar maatschappelijke impact door een belangrijk deel van de winst te herinvesteren in de onderneming en bijvoorbeeld te gebruiken voor verduurzaming? We hebben ervoor gekozen de winst op te nemen in kwartielen die recht doen aan de financiële prestaties, waardoor de zeer grote winstgroei van een bedrijf beperkt meeweegt in de ranking: een manier om extremen te voorkomen.

Innovatie als maatstaf
Een belangrijke wens voor de komende jaren is om mee te nemen hoe innovatief een onderneming is. Uit onderzoek van onder andere de Amerikaanse Harvard University blijkt dat innovatieve bedrijven vaak een positieve maatschappelijke impact hebben. Maar hoe meet je innovatie? Data over de R&D-uitgaven zijn niet altijd beschikbaar en soms gaat het om concurrentiegevoelige informatie.
Bovendien is het de vraag of je aan de hand van de R&D-uitgaven werkelijk het innovatievermogen van het bedrijf meet. Veel van de innovatie vindt immers niet meer vanzelfsprekend plaats op de afdeling R&D. Zo laat technologiebedrijf Google haar medewerkers vier dagen werken, de vijfde dag mogen medewerkers zelf invullen. Dat leidt aantoonbaar tot veel innovatie, de kosten zijn echter niet te herleiden uit het R&D-budget, maar maken deel uit van de salariskosten. Het team studeert nog op een weloverwogen manier om innovatie op te nemen in de weging.

Meerwaarde in de dialoog
De toegenomen aandacht voor de Management Scope Corporate Impact Index laat zien dat het bedrijfsleven er steeds meer van doordrongen raakt dat duurzame waardecreatie van belang is. Een belangrijke meerwaarde zit voor ons in de dialoog die we hierover binnen bedrijven zien ontstaan. Steeds vaker worden de samenstellers van de MSCII benaderd door bedrijven met vragen en opmerkingen, bijvoorbeeld over de achterliggende metrics of over de gemiddelde scores per pijler. Neem de reactie van de ceo van een groot familiebedrijf. Hij reageerde op de metric in de pijler goed bestuur, daarin krijgen bedrijven een bonuspunt voor de aanwezigheid van een kinderraad: een denktank van kinderen die vanuit hun eigen invalshoek meedenken over de duurzame toekomst van de onderneming. Het familiebedrijf heeft geen kinderraad, maar ze betrekt wel structureel de jongeren in de familie bij beslissingen. Iets wat we kunnen meenemen in de meting. We merken kortom dat het onderwerp impact steeds meer leeft. Sinds dit jaar stellen we de bedrijven die zijn opgenomen in de index voor publicatie in Management Scope op de hoogte van hun score. Elke ceo en elke voorzitter van de rvc ontvangt een persoonlijke brief. Dat levert veel reacties en nuttige inzichten op, die bijdragen aan een onafhankelijke index die laat zien op welke manier bedrijven er in slagen waarde toe te voegen. Soms gaat het alleen om transparant zijn in wat je als onderneming doet, soms gaat het om strategische wijzigingen. Onze ambitie is middels de index bestuurders te stimuleren hun invloed te gebruiken om de maatschappelijke impact te vergroten en zo het gat tussen maatschappij en bedrijfsleven te verkleinen.

Gepubliceerd in Management Scope 07 2019.  

facebook