Interview Pamela Boumeester: Het maximeren van commissariaten is onzin
18-05-2010 | Interviewer: Paul Nobelen | Auteur: Marike van Zanten | Beeld: Erik Franssen
Haar twee honden moeten in een apart kamertje voor de duur van het bezoek. ‘Ze zijn een beetje te enthousiast', zegt Pamela Boumeester, terwijl ze beslist de halsbanden pakt en het tegenstribbelende stel naar de juiste deur begeleidt. Daarna loopt ze nog even terug om een hondenkoekje te brengen. ‘Ter compensatie', zegt ze op montere toon.
Het lijkt tekenend voor haar leiderschapsstijl: ze is duidelijk en houdt van doorpakken, maar ze doet dat met humor en probeert mensen ook iets mee te geven van haar eigen optimisme en can-do-mentaliteit. Als ze íets mist sinds haar terugtreden als directievoorzitter van NS Poort, zijn het dan ook de mensen. ‘Je bent ineens niet meer verantwoordelijk voor een team, iets wat ik altijd heel leuk heb gevonden.'
Nieuwe keuzes
Maar op haar 51ste schept het ook de geestelijke ruimte om zich te bezinnen op nieuwe keuzes in haar (werkend) bestaan, eindelijk eens ‘ja' te zeggen tegen die Rotaryclub voor vrouwen en extra tijd vrij te maken voor haar commissariaten bij Delta Lloyd, Ordina, Persgroep Nederland en Heijmans. Een mooie handvol, waarmee Boumeester behoort tot het selecte gezelschap vrouwen dat heeft weten door te dringen tot de top van het bedrijfsleven, waar pluriformiteit nog steeds vaak ver te zoeken is.
Commissarissen zijn vaak behoudend in hun benoemingsbeleid, bijvoorbeeld met hun eis van bestuurlijke ervaring. Werpt dat een barrière op?
‘Op zich is het terecht dat zittende commissarissen de vraag naar individuele kwalificaties stellen, maar het is ook belangrijk om het collectief te vernieuwen en een goede gemengde club samen te stellen met een zinvolle mix van sekse, expertise, leeftijd, ervaring en maatschappelijke achtergrond. Naast die terughoudendheid, merk ik dat pluriformiteit steeds meer begint te leven. We krijgen bij Delta Lloyd nu bijvoorbeeld een tweede vrouwelijke commissaris, Fieke van der Lecq. Hartstikke leuk.'
Heeft u zich sterk gemaakt voor een vrouw?
‘Dat doe ik altijd. Maar er zijn ook mannen die dat doen. Zeker bij de overheid kom ik mannen tegen die net zolang doorzoeken tot er sprake is van pariteit.'
Ziet u daarin een verschuiving, vergeleken met bijvoorbeeld vijf jaar geleden?
‘Ik denk dat het bewustzijn is toegenomen, ja. Dat gaat niet vanzelf, er is een trigger nodig die bestaande patronen doorbreekt en verandering onontkoombaar maakt.'
Heeft u daarom het quotamanifest voor 40 procent vrouwen in topfuncties ondertekend?
‘Ik heb er lang over nagedacht, want eigenlijk ben ik niet voor quota. Een quotum heeft iets treurigs. Het is ook akelig om als vrouw gequoteerd te zijn. Maar op een gegeven moment moet je de nuance overboord gooien en een statement maken om de discussie aan te wakkeren: jongens, schiet nou eens op. Dus op het allerlaatste moment dacht ik: vooruit, ik teken, het moet maar eens afgelopen zijn met die gekkigheid.'
Wordt u daar op aangesproken door mannen?
‘Jahaa, én door vrouwen. Soms levert dat leuke gesprekken op, soms minder leuke, maar al die gesprekken helpen mee. Een tijdje geleden heb ik bijvoorbeeld tegen een grote headhunter gezegd dat ik nooit vrouwen op hun lijstjes zag. Dat hebben ze goed in hun oren geknoopt, elke keer als ik ze zie komen ze erop terug.'
Worden vrouwen positief gediscrimineerd als ze net iets minder scoren dan een mannelijke kandidaat?
‘De overwegingen bij mijn eigen benoemingen ken ik natuurlijk niet. Maar toen ik bij Heijmans ging praten met de OR, op wiens voordracht ik ben benoemd, hadden ze zich in elk geval ongelofelijk goed voorbereid. Ze hadden mijn doopceel gelicht en stelden heel gerichte vragen, bijvoorbeeld over mijn visie op managementdevelopment en human resouces in deze moeilijke tijd voor Heijmans.'
En als u zelf als commissaris iemand moet benoemen?
‘Dan maak ik geen mathematische vergelijking tussen mannen en vrouwen. Iedereen heeft voor- en nadelen. Soms wil je gewoon een vrouw, bijvoorbeeld in een typisch mannenbedrijf, dat is goed voor zo'n club. En soms wil je juist een man. Ik heb net afscheid genomen als voorzitter van de Raad van Toezicht van de IB-Groep. De meerderheid bestond uit vrouwen van drie generaties. Margreeth de Boer is zeventig, ik ben 51 en Noortje van der Meij, die de studentenzetel bezette, is dertig. Daarnaast zaten er twee mannen. Toen die weggingen, heb ik expliciet weer naar twee mannen gezocht.'
Omdat teams met alleen maar vrouwen niet werken?
‘Nee, omdat ik geloof in pluriforme teams, mits goed bestuurd. Jij doelt waarschijnlijk op het stereotype kippenhok? Zo'n stereotype is onwaar, dringt vrouwen in het defensief en kan zich ontwikkelen tot een selffulfilling prophecy. "We hebben het geprobeerd, maar het is niet gelukt, zie je wel?" Het scheelt of je zo'n team wel of niet welkom heet. Mijn man was directeur bij NS Tickets & Service, waar zijn team bijna alleen uit vrouwen bestond. Dat ging prima. Dat neemt niet weg dat vrouwen meer onderscheid moeten leren maken tussen hun persoon en hun rol, en vaker over hun eigen schaduw heen moeten springen.'
Vormt de crisis ook een breekijzer voor meer vrouwen?
‘Niet zozeer voor meer vrouwen, wel voor verandering. In Raden van Commissarissen wordt nu vaker de vraag gesteld: hoe lang moeten mensen blijven zitten? Je ziet de beoordelingscriteria ook verschuiven: niet alleen meer de bottomline, ook duurzaamheid, klant- en medewerkertevredenheid worden belangrijk.'
Voor u was 2009 ook een beladen jaar. U vertrok als directievoorzitter van NS Poort. Waarom?
‘Ik heb met ontzettend veel plezier 22 jaar bij NS gewerkt. De laatste drie jaar heb ik NS Stations en NS Vastgoed met succes tot één bedrijf geïntegreerd. Daar ben ik trots op. Daarna was er geen mogelijkheid meer voor een extra stap of een spannend project. Terwijl ik in mijn werk graag iets tot stand wil brengen. Ik wilde dus niet nog vijftien jaar hetzelfde doen.'
Speelde de benoeming van Merel van Vroonhoven in de Raad van Bestuur mee in uw beslissing? Was uw benoeming als eigen kweek niet logischer geweest?
‘Ik had dat zelf ook niet onlogisch gevonden, maar daar ga ik niet over. Dat moet je aan de commissarissen van NS vragen. Ik ken hun overwegingen niet.'
Was u teleurgesteld?
‘Het is nooit een leuk proces. Ik denk dat het best had gekund. Als het dan anders loopt, is dat jammer. Maar het scheelt wel dat ik zelf commissaris ben. Je maakt als Raad soms andere keuzes dan de directie had verwacht of gehoopt. Hulde dus aan de commissarissen, want die hebben zich naar eer en geweten gekweten van hun taak om te kiezen voor wat zij beschouwen als de beste fit voor NS.'
Was u gebleven als u in de Raad van Bestuur was benoemd?
‘Ja, maar ook niet voor de eeuwigheid. Op een gegeven moment ben je klaar bij een bedrijf. Ik ben trouwens goed weggegaan bij NS. Ik krijg ook nog steeds mailtjes van NS-collega's.'
Wat valt u tegen in uw nieuwe bestaan?
‘Het voeren van mijn eigen secretariaat, echt een klus. Ik zit wel twee uur per dag achter de pc om afspraken te regelen en mailtjes te sturen. Maar het zelf beheren van je agenda brengt ook vrijheid met zich mee. Statusverlies? Nee, ik merk dat mijn status niet afhankelijk is van mijn werk bij NS.'
Wat leert u van deze periode?
‘Ik geniet buitengewoon van minder hard werken. Tegelijkertijd heroverweeg je je keuzes. Een collega-commissaris gaf me het advies om vooral nee te durven zeggen tegen sommige functies, als je nog niet weet hoe je je leven wilt organiseren. Dat advies heb ik ter harte genomen. Ik werd bijvoorbeeld benaderd voor het voorzitterschap van een nonprofitorganisatie. Zo'n soort functie trekt me aan, maar voor die specifieke organisatie liep ik niet warm. Als ik gevraagd word voor een baan, wil ik alleen maar een plek waar echt iets gedaan moet worden: het positioneren van een club, of een team dat aan de slag moet. Dan zou ik ook weer gewoon iedere dag aan het werk gaan. Ik zou het ook leuk vinden om in de Raad van Toezicht van een universiteit te zitten. Het hoger onderwijs gaat me aan het hart. En ik zou een commissariaat bij een familiebedrijf leuk vinden, naast mijn drie beursfondsen.'
Hoe staat u tegenover het fenomeen beroepscommissaris?
‘De vraag is: hoe lang ben je nog nuttig? Ik vond altijd dat de combinatie van een vaste baan met een commissariaat een mooi wederzijds perspectief geeft. Maar het gaat erom dat je jezelf kunt blijven vernieuwen en toegevoegde waarde hebt.'
Wat vindt u van het amendement-Irrgang, dat het aantal toezicht- en bestuursposities op vijf maximeert?
‘Onzin. Je kunt via die route wel willen zorgen dat mensen geen fouten meer maken, maar dat lukt toch niet. Al heb ik maar één commissariaat, dan kan ik nog de boel om zeep helpen. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. Bovendien hebben niet alle functies hetzelfde gewicht, je kunt er geen eenheidsworst van maken. Ik heb nu vier commissariaten en twee toezichtfuncties. Zit ik vol? Verre van. Het is goed om het commissariaat te vernieuwen door toetreding van andere mensen, maar doe dat dan op een andere manier.'
U laat nu bewust een aantal treinen lopen. Bent u niet bang dat er straks geen treinen meer komen?
‘De telefoon heeft sinds 1 november niet stilgestaan. Maar stel nou dat straks niemand meer denkt: laat ik die mevrouw eens bellen. Dat zou wel wénnen zijn, maar daarom ben je nog niet unhappy. Dan ga ik gewoon andere dingen doen. Misschien moet ik bijvoorbeeld eens iets doen in het dorp waarin ik woon. Dan is het leven nog steeds de moeite waard, de wereld vergaat niet.'
Afgelopen jaar heeft uw broer Huib zich van het leven beroofd. Hij was eerder lid van de Raad van Bestuur van ABN Amro. Heeft zijn dood je kijk op het leven veranderd?
‘Nee, ik stond al zo in het leven voor mijn broer overleed. Misschien heeft het me nog bewuster gemaakt van het feit dat je goed voor jezelf moet zorgen. Keep your sanity. Niet dat mijn broer dat niet deed, maar de dood benadrukt het belang daarvan nog eens.
De impact van zo'n ingrijpende gebeurtenis is groot, al kun je waarschijnlijk pas veel later begrijpen welke invloed dat nu precíes op je leven heeft. Wij waren thuis met vijf kinderen en nu zijn we met zijn vieren. Dat is gewoon gek. Ik ben er niet iedere minuut mee bezig, maar er gaat geen dag voorbij zonder dat ik eraan denk dat hij er niet meer is. Soms zitten we ook gewoon flauw te lachen om de dingen die hij kon uithalen. Ik kom hem als het ware nog dagelijks tegen in alles wat ik doe. Hij had een donkerblauwe Range Rover met een Engels kenteken en als zo'n zelfde auto je tegemoetkomt, denk je heel even...
Zo zijn er zoveel dingen. Zijn gezin, met wie ik een heel goed contact heb, zijn vrienden die wel eens bellen. Hij is dood, maar hij leeft in veel mensen voort. Ik ben filosofisch ingesteld: het leven gaat zoals het gaat. Het overkomt je, het enige wat jij kunt doen is een vorm vinden om ermee te leren leven. Dat wil niet zeggen dat ik er geen verdriet van heb, maar soms zijn dingen groter dan jezelf.'
Lees ook:
> Biografie Pamela Boumeester
> NS benoemt Merel van Vroonhoven als lid directie
> NS Poort benoemt Michiel Noy tot directievoorzitter
> Top50 machtigste vrouwen in het Nederlandse bedrijfsleven