Overnameproces ABN meer en meer bizar

Overnameproces ABN meer en meer bizar
In een zaak waar dik 70 miljard euro op het spel staat moet het er rationeel en zakelijk aan toegaan, zou je zeggen. Nou, in het geval van de verkoop van ABN AMRO is daarvan zo langzamerhand absoluut geen sprake meer. Het verloop van de gebeurtenissen en de gedragingen van de hoofdrolspelers worden vooral bepaald door subjectieve factoren en perverse overwegingen.

Je zou erom moeten lachen, als het niet zo treurig was. Laten we beginnen bij de gesprekken tussen ABN AMRO en ING Groep, begin dit jaar. Over de redenen voor het mislukken daarvan lopen de lezingen ver uiteen, maar uit de verhalen van betrokkenen vallen twee hoofdlijnen te destilleren.

Een: ING vreesde dat ABN AMRO te duur zou worden, zeker nadat activistische beleggers zich bij de bank hadden gemeld. Twee: ABN AMRO-baas Rijkman Groenink wilde na vervroegd pensioen voor ING-topman Michel Tilmant nog een tijdje aan het hoofd van de beoogde nationale kampioen staan.
Het eerste valt nog te begrijpen. Bij ING doen ze wijselijk niet aan luchtfietserij met rendementsverwachtingen die nooit kunnen worden waargemaakt. Het tweede is te zot voor woorden. Door zelf aan te sturen op overname van ABN AMRO, erkende Groenink impliciet dat hij tijdens zijn zeven jaar durend aanvoerderschap ronduit heeft gefaald. ING zou alle grote investeerders tegen zich in het harnas jagen door iemand met zo'n zwakke track record tot CEO te benoemen.
Vervolgens klopt Barclays aan. Niet omdat die Britse bank geweldige plannen heeft met ABN AMRO, maar vooral omdat de Britten bang zijn anders zelf te worden opgegeten. Op zijn beurt is Groenink blij met de Britten. Niet omdat de combinatie zo geweldig is, maar vooral omdat hij zo kan bedingen dat de bank voor een belangrijk deel in tact blijft. Het hoofdkantoor komt zelfs in Nederland te staan! Om concurrenten op een afstand te houden en Barclays in staat te stellen om de aankoop van ABN AMRO financieel te behappen, wordt de Amerikaanse dochter LaSalle razendsnel verkocht aan Bank of America.
De preventieve actie mislukt, een gelegenheidscoalitie van Royal Bank of Scotland, Banco Santander en Fortis dient zich aan. Hun plan is simpel: opsplitsen, die bank. Uiteindelijk legt het trio een bod van 71 miljard euro op tafel. Grotendeels cash, wel te verstaan. Barclays verbetert daarop zijn aanbieding. Maar de prijs blijft ver onder die van het consortium en is bovendien vooral in aandelen. Denken de Britten zo enige kans te maken?
Misschien gokt Barclays op verzet van ABN AMRO's ondernemingsraad? Het woord zegt het al: die raad dient de belangen te dienen van de onderneming, de bank als geheel. In de praktijk houdt de OR er een veel beperktere taakopvatting op na. De belangrijkste zorg van de raad blijkt echter dat de riante afvloeiingen voor het personeel van de bank zo lang mogelijk blijven gehandhaafd. Lange tijd heeft de OR een voorkeur voor Barclays. Maar nadat het consortium heeft toegezegd de bestaande regelingen tot minimaal twee jaar na de overname te handhaven, heeft de OR ineens veel minder moeite met deze kapers.
De biedende banken trachten intussen hun aandeelhouders te overtuigen van de redelijkheid van een overname. Volgende week beslissen de aandeehouders van Fortis over de hoge prijs die moet worden betaald. Hedge funds zijn inmiddels bezig om zoveel mogelijk aandelen van Fortis te lenen, zodat ze de overname kunnen blokkeren. Niet omdat ze het een slechte deal vinden, maar omdat ze een spelletje kunnen spelen: na afketsen van het bod zal de koers van het aandeel Fortis zo goed als zeker flink omhoog gaan. Want net als Barclays wordt in zo'n geval ook Fortis rijp geacht voor overname.
Bizar allemaal, nietwaar?

facebook