De stressvrije CEO
Auteur: Arjan Eleveld | 23-04-2013
De burn-out van Ton Büchner, de ceo van AkzoNobel, heeft heel wat stof doen opwaaien. Opeens staat stress volop in de belangstelling. De vraag is of dit terecht is en of we ons werkelijk zorgen moeten maken over de stress van onze captains of industry.
Ton Büchner zelf schrijft zijn uitval toe aan een onverstandige uitputtingsslag. Na zijn benoeming tot bestuursvoorzitter startte hij met een ambitieus reisprogramma, waardoor hij te kampen kreeg met een stapeling van jetlags. Het is bekend dat chronische uitputting kan leiden tot concentratieverlies en maandenlange uitschakeling. Het is ook zeer de vraag of Büchner zoveel last had van stress. Hij is een ervaren bestuursvoorzitter en droeg op dat moment geen verantwoordelijkheid voor de eventuele problemen van AkzoNobel. Zijn oververmoeidheid was zeer waarschijnlijk niet meer dan het woord aangeeft, fysieke uitputting dus. Dat laat onverlet dat er wel degelijk veel stress zou kunnen spelen in de top van grote bedrijven en dat dit een risico is voor organisaties.
Op het toppunt van de kredietcrisis, in januari 2009, stapte Michel Tilmant, de toenmalige bestuursvoorzitter van ING, onverwacht op. Om persoonlijke redenen, zo meldde het persbericht. Ook bij hem speelden slaapgebrek en fysieke uitputting een rol. Intimi wisten te melden dat hij in de weken daarvoor twintig uur per dag in touw was geweest. Stress is iets anders dan vermoeidheid. Het is allereerst de natuurlijke reactie op het zien van gevaar. Wat dat betreft zijn we allemaal slaven van onze amygdala, een klierige orgaantje (ieder mens bezit twee van deze amandelvormige kernen) in de hersenen dat een angstreactie op gang brengt. Daarmee wordt het lichaam voorbereid op de beroemde fight or flight-reactie. We zijn dan in een verhoogde staat van paraatheid: klaar voor actie.
Toch is de ene stress de andere niet. Er zijn twee verschillende fysiologische reactieketens in de hersenen die door de amygdala in gang worden gezet. De eerste is de heel snelle reactie, die nodig is voor een directe reflex. De tweede is een wat langzamere, waarbij het stresshormoon cortisol wordt gevormd. En juist deze reactie kan tot problemen en uiteindelijk tot een burn-out leiden.
ANTIGIF
We kennen deze twee verschillen uit de praktijk. Wanneer opeens een auto de weg op draait, ervaren we stress en reageren we direct. Dat stressgevoel is, als het goed afloopt, ook weer snel weg. Niets aan de hand dus. Iets anders is de verhoogde spanning in de aanloop naar een kritiek moment, bijvoorbeeld als je een belangrijke speech moet geven. Dat kan uren aanhouden en al die tijd heeft het lichaam te kampen met te hoge niveaus van cortisol. Cortisol leidt ertoe dat je bovengemiddeld energie hebt, maar het heeft ook negatieve effecten.
Regelmatig te hoge doses cortisol tasten het immuunsysteem aan, leiden tot slaapproblemen, snel geïrriteerd zijn en niet lekker in je vel zitten. Als dit gebeurt, kan een vicieuze cirkel ontstaan en is er sprake van chronische stress. Dan is er dus wel iets aan de hand. Het is een gangbare wijsheid dat ceo’s van grote organisaties gebukt gaan onder veel stress, omdat ze te maken hebben met grote verantwoordelijkheden en risico’s. Bestuursvoorzitters nemen hun verantwoordelijkheden serieus, maar zijn eerder energiek, optimistisch en actief in plaats van gespannen en negatief, zoals zou passen bij het beeld van chronische stress.
Recent onderzoek van Stanford University lijkt hiervoor een goede verklaring te bieden. Ceo’s maken stoffen aan die als een soort antigif de negatieve effecten van cortisol uitschakelen. Om dit te begrijpen, moeten we even een stapje terugdoen naar de vijf fundamentele drijfveren die mensen kenmerken. Mensen hebben de behoefte aan acceptatie en aandacht van andere mensen: we willen allemaal bij een bepaalde groep horen (1). Buitengesloten of genegeerd worden leidt tot heftige emotionele reacties. Verder hebben mensen de behoefte aan zekerheid en structuur (2). We willen weten waar we aan toe zijn en kunnen slecht in fundamentele onzekerheid leven. Aan de andere kant willen we ook weer niet helemaal opgaan in de groep, als een meelopende veiligheidszoeker zonder identiteit. In meer of mindere mate hebben we daarom ook behoefte aan autonomie (3). Sommige mensen worden zeer sterk gedreven door de behoefte aan erkenning en bewondering (4). Erkenning en bewondering vormen de drijfveren van mensen die zich willen onderscheiden, dat geldt voor eigenlijk alle mensen in leiderschapsposities. Het maakt dat ze bereid zijn veel harder te werken dan mensen die tevreden zijn met een minder prominente plaats binnen de groep. Tenslotte is er de behoefte aan invloed en controle (5), de behoefte dat de dingen lopen zoals jij het wilt. We zijn tot op zekere hoogte allemaal met die behoefte behept, maar leiders sterker dan volgers.
BEVREDIGING
Ceo’s of directievoorzitters, maar ook politici op zichtbare posities, zijn op die positie gekomen omdat ze sterke drijfveren kennen. Ambitie, geldingsdrang of prestatiemotivatie zijn positiever verwoorde uitingen van de behoefte aan erkenning en bewondering. Maar ook de andere drijfveren spelen een rol. Het bereiken van de top is vaak een lange weg van hard werken en het verwerken van teleurstellingen en frustraties. Maar uiteindelijk levert het heel veel op. Naast het aantrekkelijke salaris geniet de ceo nog een aantal belangrijke voordelen. Het aanzien van de positie en de status die een prestigieuze functie met zich meebrengt, vormen een zeer krachtige bevrediging van de behoefte aan erkenning en bewondering. Onderzoeker Cameron Anderson noemt het ‘the gift that keeps on giving’.
Daarnaast zoeken velen binnen en buiten de organisatie de aandacht van de hoogste baas, dus over aandacht en acceptatie hoeft de ceo ook niet te klagen. Tevens is zekerheid en structuur vaak goed geregeld; velen hebben een prima beëindigingsregeling of zijn financieel onafhankelijk. Over de vervulling van de behoefte aan invloed en controle hoeven we ons natuurlijk ook geen zorgen te maken. Hetzelfde geldt voor autonomie. De positie van ceo levert een optimale bevrediging van álle fundamentele menselijke behoeften.
Wat inmiddels overtuigend is aangetoond, is dat die behoeftebevrediging niet alleen leidt tot gevoelens van tevredenheid en vervulling, maar ook tot het produceren van stoffen in de hersenen die een positief effect op stress hebben. De belangrijkste stof waar het hier om gaat is DHEA, dat ook wel wordt aan geduid als het anti-stresshormoon.
DHEA werkt antagonistisch op cortisol. Het is de reden waarom veel mensen die leiden aan chronische stress DHEA krijgen voorgeschreven. Maar ceo’s hebben geen recept nodig, ze produceren zelf genoeg DHEA om helemaal geen last te hebben van stress. Nee, als we ons al zorgen moeten maken, dan is het om de mensen die onder de top zitten. Ook voor hen gelden stressfactoren, waaronder waarschijnlijk hun ceo. Alleen, zij hebben niet de status en ervaren niet dezelfde mate van behoeftebevrediging als hun baas. Zij zijn de echte risicogroep.
Arjan Eleveld is directeur bij LTP Business Psychologists. Hij interviewt en schrijft voor Management Scope over persoonlijk leiderschap.
De analyse over de stressvrije CEO is gepubliceerd in Management Scope 03 2013.