Geen hutspot maar hotspot
Auteur: Manon van Beek | Beeld: Lien Geeroms | 16-11-2016
Niemand twijfelt meer aan de noodzaak van een circulaire economie. Natuurlijke grondstoffen raken op. De combinatie van slim omgaan met vermeend afval en digitale technologie biedt ongekende kansen. Daar kan Nederland van profiteren. Veel bedrijven zetten dan ook al grote stappen in die richting. Die initiatieven staan echter nog vaak op zichzelf, terwijl juist ketensamenwerking en partnerschappen de broodnodige versnelling kunnen creëren. In het initiatief van INSID, de SER, Delta Development Group en Circle Economy Nederland ambieert Nederland de positie van circulaire hotspot in Europa; het vervullen van een voortrekkersrol door overheid en bedrijfsleven op het gebied van circulaire economie en het delen van succesvoorbeelden. Ook het kabinet wil dat Nederland in 2050 volledig circulair is om zo het gebruik van grondstoffen en de uitstoot van CO2 te verminderen. Er gebeurt in Nederland veel op dit gebied. Bedrijven, samenwerkingsplatforms, innovators, wetenschappers en overheden werken nauw samen aan uiteenlopende initiatieven. In het rapport From rhetoric to reality hebben Accenture, Circle Economy, MVO Nederland en Duurzaam Bedrijfsleven een inventarisatie van circulaire initiatieven gemaakt. C-level managers van de grootste Nederlandse bedrijven werden bevraagd over hun projecten en ervaringen op het gebied van circulaire economie. Dit geeft een goed beeld van de kansen en uitdagingen die bedrijven tegenkomen. Juist op dat vlak kunnen organisaties nog veel van elkaar leren.
BUSINESSKANSEN
Uit het onderzoek blijkt dat 87 procent van de deelnemers al circulaire uitgangspunten in de strategie heeft doorgevoerd. Dit is echter slechts een groep bekende koplopers in Nederland. Positief is wel dat die duurzame maatregelen niet enkel uit idealisme in het leven zijn geroepen. Een deel voert circulaire maatregelen in omdat die principes goed aansluiten bij hun kernactiviteiten. Tegelijkertijd geven deelnemers aan dat ze risico’s willen afdekken en businesskansen zien. En terecht. Onderzoek van TNO laat zien dat de voordelen van een circulaire economie in Nederland kunnen oplopen tot ruim 7 miljard euro per jaar. Het lukt echter nog beperkt om die potentie te benutten. Zo vindt dertig procent van de bedrijven het lastig om sluitende businesscases te bouwen, waardoor initiatieven moeilijk van de grond komen.
DE KETEN IS KEY
Een van de aandachtspunten voor Nederlandse bedrijven is samenwerking. Circulaire processen zijn alleen succesvol als partners in de gehele keten dezelfde principes aanhangen. Dertig procent van de bedrijven die deelnamen aan het onderzoek heeft formele afspraken met ketenpartners binnen het circulaire model, maar de invulling hiervan verschilt. Zo geeft 92 procent aan dat circulariteit niet wordt meegenomen in inkoopcriteria. Met duurzame inkoop en ketensamenwerking is dus nog veel vooruitgang te boeken. Het is dan wel zaak dat producenten, leveranciers en consumenten de handen ineen slaan. Met het project Circulair Spoor geven ProRail, Royal HaskoningDHV, Royal BAM Group, Voestalpine Railpro en Asset Rail het goede voorbeeld. NS en ProRail willen hun CO2-uitstoot en ecofootprint minimaliseren. Om in 2050 klimaatneutraal te kunnen opereren, moeten alle materialen die het railsysteem verlaten hergebruikt worden. Die ambities zijn alleen haalbaar als de gehele sector, inclusief toeleveranciers en aannemers, meedoet. Er zijn in de gehele keten veel besparingskansen. Dit vraagt echter wel aanpassing van bestaande processen en contractvormen. Zo hebben aannemers te maken met hoge tijdsdruk bij het vervangen van een spoorwissel. Dat moet binnen vier uur. Tot op heden slepen ze een wissel in stukken en was deze niet meer opnieuw te gebruiken. Om dit te voorkomen, gaan alle partijen met elkaar in gesprek om oplossingen te bedenken. Als opdrachtgever is het zaak ruimte voor deze innovatie te bieden, samen te werken en vooral samen te profiteren van nieuwe ontwikkelingen.
OMZET? GEEN IDEE
Het spoorvoorbeeld toont aan dat circulair succes haalbaar is. Tegelijkertijd ervaren bedrijven ook belemmeringen bij de uitvoering van ideeën. Daarbij is niet alleen het vinden van partners lastig. Slechts vijftien procent van de bedrijven die deelnamen aan het onderzoek, heeft de bedrijfsbrede gevolgen van circulaire modellen helder in kaart gebracht. Naast duurzame inkoop en afvalbeheer liggen er bijvoorbeeld nog grote kansen bij productontwerp en productie. Zo weet 45 procent van de respondenten niet hoeveel omzet circulair ontworpen producten genereren. De helft van de deelnemende bedrijven ontwikkelt gelukkig wel initiatieven op dit gebied. Het familiebedrijf Brabantia is al verder. Zij maken al sinds 1919 huishoudproducten. Duurzaamheid betekende lange tijd dat producten lang moesten meegaan. Inmiddels kijkt het bedrijf ook verder. Over vier jaar moet alles dat Brabantia maakt volledig recyclebaar zijn. Dat lukt alleen als bekend is wat er allemaal in producten zit. Daarom heeft het bedrijf in de ontwerpfase al oog voor circulaire en cradle-to-cradle-principes. Bovendien is de footprint van een product al voor de productie bekend. Partnerschap speelt ook hier een grote rol, omdat leveranciers direct vanaf het begin betrokken zijn. Daarbij wil Brabantia precies weten wat er in de componenten zit die zij leveren. Zo kan het bedrijf gericht werken aan de circulaire doelstellingen en neemt het andere bedrijven mee in dit streven. Steeds meer bedrijven nemen de verantwoordelijkheid voor hun producten, van ontwerp tot hergebruik. Door daar vooraf al goed over na te denken, is het mogelijk om de afvalstroom in te dammen. Toch worden we nog geconfronteerd met een enorme afvalberg. Juist nu bepaalde grondstoffen steeds schaarser worden, is het cruciaal om de waardevolle materialen terug te winnen en weer te gebruiken. Innovatieve manieren om afval slim te scheiden en te verwerken, maken dit eenvoudiger. Bij veel bedrijven staat het scheiden van afval stevig op de kaart. 54 procent heeft daarvoor beleid ontwikkeld, inclusief concrete doelstellingen en implementatieplannen. Een extra veertig procent heeft wel een beleid, maar geen concrete doelstellingen.
SLAAPUREN INKOPEN
Aan doelstellingen ontbreekt het zeker niet bij Landal Greenparks, gespecialiseerd in het management, beheer en verhuur van bungalowparken. Samen met afvalserviceprovider Van Gansewinkel probeert het concern materiaalverbruik in de parken terug te dringen. Het plan is helder: volledige afvalscheiding en circulaire inkoop. 12 miljoen overnachtingen per jaar creëren echter een hoop afval. Aan het eind van een huurperiode gooien mensen letterlijk alles weg. Dit biedt echter ook grote kansen om bij te dragen aan de circulaire economie. Het businessmodel is relatief simpel. Investeringen in afvalscheiding moeten gedekt zijn door de waarde van het afval. Zo trekt het bedrijf franchisenemers over de streep om mee te doen. Landal gaat nog een stap verder dan afvalscheiding en inkoop van duurzaam verpakkingsmateriaal. Het bedrijf onderzoekt of het in plaats van matrassen slaapuren kan inkopen. Het eigendom van de matrassen is op zich niet interessant, zolang gasten kunnen rekenen op slaapcomfort. Deze plannen zijn nu in ontwikkeling. Dit voorbeeld onderstreept dat bedrijven en partners in Nederland voldoende creativiteit hebben om met innovatieve circulaire businessmodellen op de proppen te komen. De ervaringen van bedrijven uit het onderzoek bieden andere organisaties waardevolle handvatten om zelf in actie te komen. Bijvoorbeeld voor het herkennen van kansen, het creëren van extra toegevoegde waarde in de keten en de benodigde operationele verbeteringen. De beschikbaarheid van nieuwe technologische en digitale oplossingen speelt hierbij een sleutelrol. Dat betreft zowel recyclingtechnieken als technologische oplossingen rondom analytics en mobile. Accenture heeft deze inzichten gekoppeld aan 120 circulaire praktijkcases die zijn te herleiden naar vijf bewezen businessmodellen in de circulaire economie. Product as a service is daarvan een aansprekend voorbeeld dat Philips Lighting succesvol inzet. Met het light as a service-aanbod kopen klanten geen lampen, maar lichturen (pay per lux). Philips blijft eigenaar van de producten en neemt de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid en recycling tijdens de gehele levenscyclus van een product.
ONVERMIJDELIJK
De resultaten van From rhetoric to reality onderstrepen dat de circulaire economie in Nederland goed op de kaart staat. De koplopers boeken al enorme vooruitgang. Tegelijkertijd is er nog een wereld te winnen. Daarom is het belangrijk om nog meer samen te werken en ervaringen, succesvol en minder succesvol, te blijven delen. Met samenwerking in het sluiten van ketens via circulaire businessmodellen is het onvermijdelijk dat Nederland daadwerkelijk uitgroeit tot dé circulaire hotspot.
Manon van Beek is country managing director van Accenture Nederland.
Deze analyse is gepubliceerd in Management Scope 08 2016.