Focus op groei

Focus op groei
Mijn eerste column in Management Scope begint met een ontboezeming. Uw nieuwe columnist is in zijn 46-jarige bestaan eigenlijk nog nooit ‘normaal’ of ‘middle of the road’ genoemd.

Achttien jaar lang was ik aandeelhoudersactivist en velen vonden dat ik overdreef, nuances vergat en met te veel energie de barricaden opging. Voor wie ik daarin gekwetst heb: sorry, maar in mijn ogen móet een belangenbehartiger overdrijven. Het is een kwestie van loven en bieden en als je in het midden begint, kun je nooit in het midden uitkomen.

Was ik in mijn VEB-tijd overal tegen – tegen miljoenen vertrekpremies, tegen onverdiende bonussen, tegen torenhoge beschermingsconstructies – vandaag de dag ben ik vooral vóór. Voor goede ondernemers, voor beursnotering, voor samenwerken, voor duurzaam en voor het benutten van mooie investeringskansen.

Een andere afwijking is het beurs-gen, waarmee ik ben geboren. Ik beleg sinds mijn vijftiende en met het voortschrijden van de tijd ben ik inmiddels meer dan tweederde van mijn leven belegger. Al op mijn zestiende ging ik naar aandeelhoudersvergaderingen. Zelf vind ik de ernst van deze afwijking afgenomen. Ja, ik neem nog steeds prospectussen en jaarverslagen mee op vakantie. Ja, ik wil nog steeds alle beurskoersen weten. En ja, als ik in het buitenland ben, koop ik financiële kranten en beleggingsbladen om de lokale beurs te volgen. Maar nee, ik sta niet meer om drie uur ’s nachts op om te kijken wat de koersen in Tokio hebben gedaan.

Met deze waarschuwing weet u dat ik structureel een vleugje beurs toevoeg. In mijn ogen moet iedere manager de beurs volgen, ook als hij niet zelf belegt. De beurs is een graadmeter van economische trends en geeft een indicatie van waarderings-multiples voor wie een overname wil doen. Dat beurs-gen heeft, naast een onevenwichtige visie op de economische wereld, nog een nadeel. Op feesten, partijen en borrels wordt mij steevast gevraagd of de beurs omhoog gaat en waarin mensen moeten beleggen.

Het laatste jaar is de vraag vooral waarom de beurs omhoog gaat terwijl het in Nederland en West-Europa economisch slecht gaat. Er zijn twee simpele antwoorden te geven. De eerste is dat de AEX-bedrijven de laatste jaren hun groeifocus op groeiende buitenlanden hebben liggen. Niet alleen de BRIC-landen, maar breder: Azië, Zuid-Amerika en zelfs Afrika. Bedrijven als Heineken en Unilever zijn daarin zeer succesvol.

Het tweede antwoord is dat de beloning op deposito’s en staatsobligaties zo laag is, dat geld naar de aandelenmarkten stroomt. Wie in staatsobligaties belegt, wordt in koopkrachttermen jaarlijks armer. Inmiddels is onze AEX-index de 400 gepasseerd en is de sfeer rond aandelenbeleggingen sterk aan het verbeteren. Ondernemers met groeiplannen doen er daarom goed aan om, als zij bij de bank niet terecht kunnen, de beurs te overwegen. Het is goed te weten dat onze beurs – Euronext Amsterdam – ambitieuze ondernemers met open armen ontvangt. Misschien bent u wel de nieuwe Abel Slippens of Jan Aalberts die met hulp van de beurs een miljardenbedrijf opbouwt!

Peter Paul de Vries is directeur van het beursgenoteerde bedrijf Value8. Als directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) was hij jarenlang de luis in de pels van besturend Nederland.

Deze column van Peter Paul de Vries is verschenen in Management Scope 02 2014.

facebook